Omschrijving van Eerste Kanaalsbrug
Inleiding
DRAAIBRUG gebouwd in 1895 naar ontwerp van de directeur der gemeentewerken J.E.G. Noordendorp met assistentie van civiel-ingenieur L. van Krimpen. De brug verbindt de binnenstad met het Nieuwe Kanaalgebied. De brug is geslagen op de plaats, waar in 1894 nog een aaneengesloten rij herenhuizen stond. Zeven huizen moesten onmiddellijk worden afgebroken. De brug is vervaardigd door de Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij te Leiden. Het type is een gelijkarmige draaibrug met handbediening. Aanvankelijk werd de brug afgesloten met kettingen. In de jaren ’20 kwamen er afsluitbomen, die thans ook weer vervangen zijn. Bewaard bleven de vier monumentale gietijzeren lantarens in eclectische stijl. Ze dragen de opschriften `ANNO’ en `1895′. De firmanaam is te lezen op een rolwerkcartouche aan de oostzijde van de brug en aan de westzijde is het stadswapen van Leeuwarden aangebracht. In 1906 werd er een brugwachterswoning gebouwd op de hoek van de Zuidergrachtswal en de Kanaalstraat. Eind jaren ’20 werd op het zuidelijke landhoofd een klein bedieningshuisje gezet. In de jaren zeventig voldeed de nog steeds handmatig bediende brug niet meer, maar vervanging stuitte op verzet van Monumentenzorg en buurtbewoners. In 1983-’84 werd de brug ingrijpend gerestaureerd en in 1996 werden de oorspronkelijke kleuren hersteld. Het bedieningshuisje werd in oude vormen hersteld.
Omschrijving
De handbediende gelijkarmige DRAAIBRUG staat op een gemetselde centrale pijler van gele klinkers. De landhoofden zijn van hetzelfde materiaal en voorzien van afdekplaten en hoekblokken van hardsteen en Niedermentlinger basaltlava. De bovenbouw bestaat uit twee hoofdliggers onder de rijvloer met volle wanden, die onderling verbonden worden door dwarsliggers en windkruisen van geklonken plaat- en hoekijzer. De rijvloer rust op eikenhouten stroken en heeft een onderdek van eiken- en een bovendek van grenenhout. Te weerszijden van de hoofdliggers bevinden zich verhoogde dekken voor voetgangers, rustend op consoles en voorzien van een eiken dek. Rijvloer en voetgangerspaden zijn thans voorzien van een laag asfalt. Het draaiwerk bestaat uit een ijzeren spil, geplaatst in een gietijzeren spilhouder, een raderwerk en een tandring. De open vakwerkhekken op de brug zijn nog origineel, de hekken op de walhoofden zijn vervangen door balusterhekken en verder doorgetrokken langs de kade dan de voorgangers. De vier gietijzeren lantaarns hebben vierkante sokkels met afgeschuinde hoeken, ingezwenkte zijkanten en gepaneelde velden. De daarop staande lantaarnpalen hebben rijk bewerkte bases voorzien van vier leeuwenkoppen boven acanthusbladeren en afgewisseld met bloemen. De schachten zijn omwonden met bladeren en worden beëindigt door composiete kapitelen. Aanvankelijk waren ze ingericht voor gasverlichting, maar zijn later geëlektrificeerd. Het bedieningshuisje op vierkante grondslag heeft een tentdak en is bij de restauratie geheel vernieuwd.
Waardering
DRAAIBRUG van algemeen architectuurhistorisch, techniekhistorisch, cultuurhistorisch en stedenbouwkundig belang:
– vanwege de hoge mate van gaafheid;
– vanwege de zeldzaamheid, zowel voor Leeuwarden als landelijk, van een handbediende draaibrug;
– vanwege de architectonische aankleding in de vorm van vier monumentale gietijzeren lantaarns in kandelabervorm en de twee gedenkplaten;
– vanwege de ligging op de overgang van de binnenstad en het begin van het Nieuwe Kanaalgebied.
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed – Licentie CC-0 (1.0)
Er was ook nog een gelijkwaardige 2e kanaalsbrug. Deze brug is gesloopt in de jaren 60 van de vorige eeuw, vanwege de verbreding (rondweg) van de straat voor het toenemend verkeer in de Julianastraat.